stotteren en bas-methode

 

“Stotteren is een complex probleem, een communicatie probleem, een maatschappelijk probleem en stotteren ontwikkelt zich. Stotteren wordt omschreven als "spraak die gekenmerkt wordt door veel voorkomende herhalingen of verlengingen van klanken of lettergrepen of woorden of door veel voorkomende aarzelingen of pauzes”. Zo staat het geciteerd op de website www.stotteren.nl als je de definitie aanklikt over stotteren.

 

Men ervaart het stotteren als een probleem die veel verder gaat dan alleen het spreken. Je gedachten en gevoelens erbij maken het soms tot een maatschappelijk probleem. Je durft niet meer alles te zeggen wat je eigenlijk wilt zeggen. De gedachten gaan met je op de loop en beïnvloeden je doen en laten. Je gaat woorden of zinnen vermijden of verandert de zin of je vermijdt situaties waarin je moet spreken.

 

De metafoor met de ijsberg is eigenlijk een mooi voorbeeld. De grote ijsberg onder het water die niet zichtbaar is en het topje van de ijsberg wat wel zichtbaar is. Het topje is wat je ziet en hoort en zijn je onvloeiendheden en het grote deel ijsberg onder water zijn je gedachten en gevoelens die groot kunnen zijn maar niet zichtbaar voor anderen.

 

In de wereld zijn er ongeveer 60 miljoen mensen die stotteren. In Nederland zijn er ongeveer 100.000 mensen die wel eens stotteren. Er kan een erfelijke component in het spel zijn, dat wil zeggen dat je als kind meer kans hebt om te stotteren wanneer er een familielid ook stottert of heeft gestotterd. Het stotteren komt vaker voor bij jongens dan meisjes.

 

Stotteren begint meestal tussen het tweede en zesde jaar. Er zijn kinderen waarbij het stotteren vanzelf over gaat, maar de kans wordt kleiner naarmate je ouder wordt. Om vloeiend  te spreken heeft het kind een ingewikkeld proces  doorlopen om tot een juiste aansturing van de spraakspieren te komen. Het kind dat stottert heeft vermoedelijk, in aanleg, een zwakke schakel in het spraaksysteem waardoor onder bepaalde omstandigheden het stotteren makkelijker uitgelokt wordt. Dit kan bijvoorbeeld bij heftige emoties of bij de verwerving van de spraaktaalontwikkeling. In de Screeningslijst voor stotteren zie je of er een logopedist nodig is. Klik hier voor de lijst. 

 

Voor kinderen onder zes jaar  zijn er twee methodes volgens de richtlijn stotteren (2020). Het Lidcombe Programma (LP) en het Demands and Capacities model (DCM). Deze therapie is gebaseerd op basis van verwachtingen en mogelijkheden. Er wordt met de ouders gekeken naar de meest passende therapie voor het kind. 

 

Als (jong) volwassene stotter je al een langere periode. Het stotteren heeft zich ontwikkeld en het kan zijn dat je hierdoor vervelende ervaringen hebt opgedaan. De gedachten en gevoelens als schaamte, onzekerheid of frustratie spelen een grote rol bij het stotteren. Door deze gedachten en gevoelens kan het stotteren in stand worden gehouden of zelfs verergeren.

 

Iedereen stottert weer op een verschillende manier.  Zo kan het zijn dat je vooral last hebt van herhalingen, verlengingen of een blokkade. Misschien zijn er geen stottermomenten te horen omdat je ze verbergt door bepaalde woorden of situaties uit de weg te gaan. Dit noem je vermijding.

Omdat het stotteren bij iedereen anders is, wordt de behandeling aangepast aan de wensen en mogelijkheden van jou. Het doel is voor iedereen verschillend maar in ieder geval durf je weer vrijuit te spreken op een comfortabele manier, zodat stotteren zo weinig tot nauwelijks invloed meer heeft op je leven.

 

Bij volwassenen is Bewust Anders Spreken Methode (B.A.S. Methode) de rode draad bij door de sessies heen. Het is belangrijk om steeds weer bewust te zijn van je spreken en hoe je het zelf kan veranderen. Het is dagelijks op een positieve manier omgaan met je eigen gedachten over jezelf en het spreken. Een verandering van gedachten en gevoelens waardoor je anders gaat reageren en spreken. Wanneer je al langere tijd stottert is dit een methode om het spreekpatroon te doorbreken en te veranderen.